Schrif­te­lijke vragen over de strijd tegen het verplicht weghalen van oude bomen en struiken op de dijk langs de Vecht


Vragen over het dilemma onder­houds­werk­zaam­heden ten opzichte van biodi­ver­siteit

Indiendatum: 4 jun. 2021

Schriftelijke vragen van het AB lid M. Blom (Partij voor de Dieren) over het dilemma onderhoudswerkzaamheden en biodiversiteit.

In de Gooi en Eemlander van 12 april staat een artikel over de strijd van Hilbrand Korver uit Nederhorst den Berg met Waterschap Amstel, Gooi en Vecht over het weghalen van oude bomen en struiken op zijn gepachte grond aan de dijk langs de Vecht.

Vanuit veiligheidsoogpunt staat het Waterschap geen hoge bomen toe op en langs dijken, vanwege de schade die kan ontstaan aan de dijk als bomen omwaaien bij een storm. Echter, vanuit biodiversiteitsherstel oogpunt kunnen dijken dienen als ecologische verbindingszones. Uit de Actualisatie KRW waterlichamen[1] en het concept Biodiversiteitsherstelplan[2] blijkt dat het DB inziet dat het niet weghalen van groen bij onderhoudswerkzaamheden een belangrijk bijdrage kan leveren aan de biodiversiteit. Bovendien staat in de Actualisatie KRW waterlichamen op pagina 13: “We gaan bij herinrichting van watergangen en dijkreconstructies, standaard het belang van natuurbehoud en herstel als randvoorwaarde meenemen.

  1. In hoeverre zijn deze twee tegenstrijdige belangen te verenigen in het onderhoudsbeleid?
  2. Is het DB bereid te onderzoeken hoe er vorm gegeven kan worden aan het verenigen van deze twee tegenstrijdige belangen?
  3. Welke oplossingen zijn er om de houtwal zo goed mogelijk intact te houden?

De redenering van het waterschap is dat bomen schade kunnen veroorzaken aan de dijk als ze omwaaien bij storm. Uit het artikel blijkt echter dat het om knotbomen gaat die al langer dan 100 jaar op de dijk staan. Een knotboom vangt niet zoveel wind als een grote boom, dus het risico op omwaaien is hier erg klein.

  1. Hoe hoog mag een boom of struik zijn om niet te worden weggehaald?

In de keur staat dat er bij de keur ook gekeken moet worden naar bijzondere omstandigheden.

  1. Is het DB bereid te onderzoeken of er in de regels een uitzondering worden gemaakt voor knotbomen en laagstambomen?

De provincie geeft subsidie voor het behoud van deze bomen en ook de omgevingsdienst Noord Holland steunt Hilbrand Korver en geeft aan dat er eerst een ecologisch onderzoek moet worden gedaan.

  1. Waarom kan het waterschap niet wachten op de resultaten van het onderzoek en een eventuele ontheffing?
  2. Wat is de stand van zaken op dit moment?
  3. Is het DB bereid de ontheffing af te wachten en tot die tijd af te zien van vervolging zoals een dwangsom of andere gerechtelijk stappen?

De dijk in kwestie blijkt te zijn gerenoveerd en gecontroleerd in 2014-2015 en zou dus voldoen aan alle veiligheidseisen. De bomen stonden er toen ook al. Er is afgesproken dat de bomen een landschappelijk element zijn in deze situatie en daarom behouden konden worden. Daar is rekening mee gehouden bij de dijkverbetering. Dit staat o.a. in het bomenrapport, die u vindt in de bijlage. Uit de Ontwerp dijkverbeteringsplan Horn-en Kuijerpolder 2014 [3]komt ook naar voren dat de dijk en het noordelijke deel van de polder liggen in de ecologische hoofdstructuur. Uilen, vleermuizen, ringslangen en de kleine modderkruipers zijn hier beschermd. De maatregelen worden daarom uitgevoerd volgens het ecologisch werkprotocol en de voorwaarden uit het natuuronderzoek (lit. 9,10).

In het MER rapport definitief op P7 staat[4]
Er zijn zwaarder beschermde soorten aangetroffen zoals broedvogels (mogelijk Ransuil en steenuil), Ringslang, Kleine modderkruiper en diverse vleermuizen. De Vecht wordt als migratieroute gebruikt door vleermuizen. P18 De noordelijke aangrenzende weilanden zijn onderdeel van de EHS, in de vorm van weidevogelleefgebied. Er vinden werkzaamheden plaats aan weiden. Daarvoor dient
een EHS “Nee, tenzij-toets” uitgevoerd te worden.

  1. Hoe worden doelstellingen en plannen geborgen in de uitvoering van het beleid en handhaving zodat ze ook zo worden uitgevoerd?
  2. Zijn de KRW en biodiversiteitsherstel doelstellingen geborgen in beleid? Zo ja, gelden deze dan ook als regel voor de uitvoering en handhaving?
  3. Hoe weet de handhaver wat het beleid is en hoe dat uitgevoerd moet worden?
  4. Is er een protocol die de handhaving helpt bij de uitvoering?
  5. Worden afspraken zoals die zijn gemaakt in 2014 geregistreerd en gecommuniceerd binnen de organisatie?

Namens de fractie Partij voor de Dieren,

M. Blom

Lid Algemeen Bestuur in het Waterschap AGV


[1] https://agv.waterschapsinformatie.nl/document/9309847/1/BBV20_0274%20Bijlage%20Rapportage%20actualisatie%20KRW-lichamen%20AGV%20en%20maatregelenprogramma%202022-2027_naPho25082020

[2] https://agv.waterschapsinformatie.nl/document/10093270/1/S_21_010455_A

[3] https://agv.waterschapsinformatie.nl/document/1501736/1

[4] 2014 Aanmeldingsnotitie Horn- en Kuijerpolder m.e.r.-beoordeling

Indiendatum: 4 jun. 2021
Antwoorddatum: 23 jun. 2021

1. Het waterschap AGV heeft de ambitie en opdracht om de belangen zoveel als mogelijk met elkaar te verenigen. Het uitgangspunt hierbij is dat de waterkeringen altijd goed inspecteerbaar en onderhoudbaar moeten zijn en blijven. Daar waar de functie van de waterkering het toelaat kan de biodiversiteit meer ruimte krijgen. Het versterken van de biodiversiteit kan bijvoorbeeld goed door het aanleggen van een bloemrijke vegetatie op de dijk, zoals ook in het biodiversiteitsherstelplan wordt voorgesteld.

2. Zoals hierboven is uitgelegd hoeft er geen sprake te zijn van tegenstrijdige belangen. Natuurontwikkeling langs het water (oevers) en op een dijk (kruidenrijke vegetatie) kan goed samengaan met de veiligheidseisen rondom een waterkering. Het is natuurlijk niet uit te sluiten dat, wanneer bomen en struiken niet tijdig zijn verwijderd of er sprake is van onvoldoende “gewoon” onderhoud (zoals in de Keur AGV is omschreven) dat beschermde soorten zich gaan vestigen op plaatsen waar dat voorkomen had moeten en kunnen worden.

3. Op deze locatie is er sprake van enerzijds een dicht op elkaar aanwezige rij van knotessen (onderaan het dijktalud) en anderzijds staan er aan de bovenzijde van het dijktalud stobben en knotbomen welke in slechte staat verkeren. Daartussen bevindt zich een dichte en overwoekerende vegetatie van Bramen en Hedera die de reguliere dijkinspectie belemmert. Er is aan de heer Korver reeds in 2018 verzocht om het dode hout en de genoemde overwoekerende vegetatie te verwijderen. Hiermee hoopt Waternet een resultaat te creëren waarbij de biodiversiteit zo min mogelijk negatief wordt beïnvloed en waarbij dijklichaam weer inspecteerbaar wordt. Wanneer er in de toekomst door de onderhoudsplichtige voldoende en op de juiste manier onderhoud aan de waterkering wordt gepleegd kunnen beide belangen voldoende worden verenigd. Hierbij moeten we opmerken dat de onderste rij knotessen dicht op elkaar staat en dat hiermee het zicht op het talud sneller wordt ontnomen.

4. De locatie van de vegetatie bepaald of een boom/struik volledig moet worden verwijderd of dat er met bestendig onderhoud kan worden voldaan aan de veiligheidskaders t.a.v. waterkerende dijklichamen. Het volgende is hierover in de Keur AGV vastgelegd. Bomen en struiken zijn op de kruin (het bovenste vlakke deel van de dijk) en het talud (het schuine deel van de dijk) niet toegestaan. Waar wel bomen en struiken zijn toegestaan binnen het dijkprofiel betreft het de zone binnen negen (9) meter vanaf de referentie kruinlijn (referentiepunt waar vanuit de dijk wordt gemeten) tot een maximale hoogte van vijf (5) meter.

5. Waternet heeft in opdracht van AGV op deze locatie onderzocht welke ruimte er binnen de gestelde regels is. Daaruit is gebleken dat daar waar oeverland aanwezig is meer vegetatie kan worden toegestaan, daar waar de waterkering direct waterkerend is kan dat niet. Uitgangspunt is dat de waterkering altijd inspecteerbaar is en blijft.

6. Het waterschap wacht momenteel op de resultaten en mogelijke conclusies van een QuickScan. Deze is in opdracht van AGV uitgevoerd, dit nadat de heer Korver geen uitsluitsel wilde of kon geven over de resultaten uit een eerdere, door hem uitgevoerde QuickScan. Wanneer uit de QuickScan blijkt dat er aanvullend onderzoek en/of een ontheffing noodzakelijk is (op basis van de Wnb) dan zal AGV zich hieraan conformeren. Bovenstaande isbesproken met de heer Korver en de Omgevingsdienst Noord Holland Noord.

7. Momenteel wacht AGV op de beoordeling van de QuickScan door de Omgevingsdienst Noord-Holland-Noord. Uit deze beoordeling zal blijken of dat een vervolgonderzoek op basis van de Wnb nodig is of dat er kan worden begonnen met het onderhouden van de waterkering. Indien nodig zal AGV voor de voorgenomen onderhoudswerkzaamheden een ontheffingbij de Omgevingsdienst Noord Holland Noord aanvragen.

8. Zie de beantwoording bij vraag 7. Met dien verstande dat de onderzoekskosten en de kosten die worden gemaakt ten behoeve van het gevraagde onderhoud worden verhaald op de heer Korver. Hiertoe heeft AGV een zogeheten “last onder bestuursdwang” opgelegd, waarvan de rechtmatigheid door een voorzieningenrechter van de rechtbank te Amsterdam heeft bepaald dat deze rechtmatig door AGV is opgelegd. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat in dit geval de bescherming van natuur moet wijken voor veiligheid, namelijk de bescherming tegen het water

9. Een aantal medewerkers van Waternet hebben een cursus natuurvriendelijk onderhoud gevolgd. Zij worden gecoacht door een medewerker met kennis van ecologie en natuurwetgeving. Tevens beschikt Waternet over een eigen natuurwetloket (NWL) . De medewerker van Waternet kan zich richten tot het natuurwetloket wanneer zich vraagstukken met betrekking op ecologie voordoen.

10. De KRW doelstellingen zijn geborgd in beleid en gelden ook voor uitvoering en handhaving. Het beleid rondom biodiversiteit is bijna door het bestuur (8 juli) goedgekeurd. Vanaf die datum is ook dit beleid geborgd in de uitvoering en handhaving.

11. Zie hiervoor de beantwoording van vraag 9.

12. Er zijn werkafspraken en voor vragen die betrekking hebben op ecologie kan de medewerker zich richten tot het natuurwetloket (NWL). Daarnaast wordt er met het aanschrijven en in gesprekken met onderhoudsplichtigen geattendeerd op o.a. de natuurwetgeving. De gehanteerde termijnen waarbinnen onderhoud aan o.a. de waterkering moet plaatsvinden houdt ook rekening met de vigerende (natuur)wetgeving, tenzij er sprake is van een “spoedeisend karakter”. Maar ook dan wordt het ecologische belang zorgvuldig afgewogen. Binnen de gehanteerde bestuursrechtelijke procedures is voldoende ruimte om eventuele bedenking te uiten, in de vorm van zienswijzen of bezwaar.

13. Ja, deze afspraken worden geregistreerd in het “dijkverbeteringsplan” en daar waar nodig gecommuniceerd. Zoals aangeven in het rapport voldeed de waterkering na inspectie in 2014-2015. Om de dijkveiligheid voldoende te kunnen waarborgen dient de dijk inspecteerbaar te zijn en te blijven.

Het Dagelijks bestuur

Interessant voor jou

Vragen over een meer ecologisch maaibeleid

Lees verder

Schriftelijke vragen over achterstallige incasso’s van Waternet bij klanten in één keer afgeschreven

Lees verder