Schrif­te­lijke vragen over de kansen voor biodi­ver­si­teits­herstel


Indiendatum: 11 mrt. 2022

De PvdD fractie heeft een aantal vragen naar aanleiding van de vaarwegovereenkomst met de provincie Zuid-Holland. De fractie kan zich in het algemeen wel vinden in deze overeenkomst. Opnieuw onderhandelen met de provincie is dan ook niet nodig.

Echter missen we aandacht voor het aanpakken van de recreatiedruk van o.a. hengelaars en pleziervaart voor het biodiversiteitsherstel. Onze fractie vindt niet dat dit via een nieuwe overeenkomst zou moeten maar wil het Dagelijks Bestuur wel aanmoedigen om mogelijkheden hiervoor te verkennen. In een eerdere commissievergadering heeft de portefeuillehouder aangegeven dat het realiseren van natuurvriendelijke oevers geen doel is, en bij lopende projecten met de omgeving samen wordt gekeken naar kansen voor natuurlijke oevers.

Onze fractie is er voorstander van om toch meer nadruk te leggen op natuurlijkvriendelijke oevers als kans voor biodiversiteitsherstel. Biodiversiteit is tenslotte een belangrijk bestuurlijk thema, dat niet op zichzelf staat, en dat we invulling kunnen geven via de verschillende taken die we in ons gebied uitvoeren, voor onszelf, of zoals in dit geval voor de provincie. De vergoeding van ruim €200k die we hiervoor jaarlijks van de provincie voor ontvangen kan hierbij gebruikt worden om ook biodiversiteit als bestuurlijk thema onderdeel te maken van bestuursvoorstellen.

We dragen dit op dit moment ook aan vanwege onze eigen actieve rol als waterschap in het Deltaplan Biodiversiteitsherstel[1]. Zeker nu uit de voortgangsrapportage[2] blijkt dat het nog niet zo hard gaat met het herstel, vindt de Partij voor de Dieren fractie het van belang om waar mogelijk is wel (kleine) stappen te zetten. Zeker als we in de rapportage lezen ‘Wel is duidelijk dat te snel varen gevolgen heeft voor de toestand van de oevers en daarmee de biodiversiteit langs het water.’ Een van de oorzaken van onvoldoende ecologische waterkwaliteit is intensieve waterrecreatie en scheepvaart (troebel water, onrust, afval, beschadiging). Een uitgesproken ambitie om in het vaarwegbeheer voor de provincie Zuid-Holland ook in te zetten op biodiversiteitsherstel zou dan ook een concrete stap betekenen op dit belangrijke bestuurlijke thema.

Het waterschap kan vanuit haar rol de recreatiedruk van pleziervaart aanpakken.

Ten eerste “Vaarwegbeheer en Nautisch Beheer zijn maatschappelijke neventaken voor het Waterschap zo staat het in het bestuursvoorstel ”.

Ten tweede in beantwoording van eerdere schriftelijke vragen 3 mei 2021 i.v.m. het WBP wordt aangegeven;

Het verminderen van de recreatievaart valt onder nautisch beheer. Het waterschap heeft hierover zeggenschap en de mogelijkheden om hier wat aan te doen via.

Vaarwegen worden aangewezen door de provincie, die op zijn beurt een vaarwegbeheerder en nautisch beheerder kan aanwijzen. In dit geval heeft de provincie zuid Holland AGV aangewezen.

Mogelijkheden van AGV in deze wateren zijn;

1. Vaarreglement, AGV kan regels stellen over afmetingen van vaartuigen, vaarsnelheden, motorverboden, de ligging van de vaarstrook, aanleggen met een vaartuig en andere zaken. Dit valt allemaal onder nautisch beheer. AGV maakt gebruik van deze mogelijkheden na een zorgvuldige afweging van belangen.

2. De mogelijkheid om snelheid- en vaart-verminderende maatregelen te nemen is er via het Verkeersbesluit vaarsnelheden.

Daarom de volgde vragen;

  1. Wil het DB toezeggen dat in de gebiedsplannen, planning van werkzaamheden en de Ecologische Werkprotocollen biodiversiteit prioriteit krijgt bij de wateren die zijn genoemd in de overeenkomst, met nadruk op de Kollensloot en Grecht nabij De Kamerikse Nessen? Wij denken hierbij bijvoorbeeld aan:
    1. Door het aanleggen van natuurlijke oevers die niet voor menselijk activiteit zoals vissers en zwemmers toegankelijk zal zijn.
    2. Door minder te maaien (bijvoorbeeld van riet en andere beplanting) als natuurlijk barrière en dit vast te leggen in de Ecologische Werkprotocollen.
    3. Onderzoek naar de mogelijke maatregelen om de vaarsnelheid te verlagen en hierop handhavingsafspraken te maken met de provincie en betreffende gemeenten.
  2. Welke aanvullende maatregelen is het DB bereid om te nemen, zoals het reguleren van de vaardruk en de vaarsnelheid, en oeverontwikkeling voor het herstel van de ecologische waterkwaliteit?

Namens de fractie Partij voor de Dieren,

M. Blom

Lid Algemeen Bestuur in het Waterschap AGV


[1] Zie https://unievanwaterschappen.nl/waterschappen-actieve-partners-in-deltaplan-biodiversiteitsherstel/

[2] Zie https://www.samenvoorbiodiversiteit.nl/rapportages-commtiments-2022/rapportages-waterschappen.pdf

Indiendatum: 11 mrt. 2022
Antwoorddatum: 8 apr. 2022

1. Wil het DB toezeggen dat in de gebiedsplannen, planning van werkzaamheden en de Ecologische Werkprotocollen biodiversiteit prioriteit krijgt bij de wateren die zijn genoemd in de overeenkomst, met nadruk op de Kollensloot en Grecht nabij De Kamerikse Nessen? Wij denken hierbij bijvoorbeeld aan:

a. Door het aanleggen van natuurlijke oevers die niet voor menselijk activiteit zoals vissers en zwemmers toegankelijk zal zijn.

b. Door minder te maaien (bijvoorbeeld van riet en andere beplanting) als natuurlijk barrière en dit vast te leggen in de Ecologische Werkprotocollen.

c. Onderzoek naar de mogelijke maatregelen om de vaarsnelheid te verlagen en hierop handhavingsafspraken te maken met de provincie en betreffende gemeenten.

Antwoord
In het biodiversiteitsherstelplan (vastgesteld door AB op 8 juli 2021) zijn de maatregelen beschreven die DB gaat uitvoeren om de biodiversiteit in het beheergebied te verbeteren. Een van deze maatregelen is dat biodiversiteit wordt opgenomen in de factsheet startnotitie van watergebiedsplannen. Voor Noordse Buurt, dat grenst aan de genoemde boezemwateren, is op dit oment een nieuw watergebiedsplan in ontwikkeling. In dit watergebiedsplan wordt biodiversiteit dus een expliciet onderwerp. De precieze invulling van de maatregelen is op dit moment nog niet bekend, maar wordt in een later stadium aan het Algemeen Bestuur voorgelegd. Voor de boezemwateren is een apart watergebiedsplan van toepassing. Op dit punt ziet het DB geen aanleiding voor aanvullende acties.

Een andere maatregel uit het biodiversiteitsherstelplan is het ‘Optimaliseren van ecologische werkprotocollen’, een onderdeel van de actielijn 'natuurvriendelijk onderhoud is de standaard’. Ecologische werkprotocollen (EWP) zijn in principe gericht op beschermde soorten uit de Wet Natuurbescherming. Niet-beschermde soorten hebben natuurlijk ook baat bij de maatregelen uit een EWP. Met het optimaliseren van de protocollen wordt bekeken of het zinvol is om de doelstelling te verbreden. Op dit moment wordt bekeken op welke wijze de doelstellingen uit het
biodiversiteitsherstelplan kunnen worden geïntegreerd in de EWP’s. Hiervoor is geen gebiedsgerichte actie voorzien in de genoemde gebieden. Op dit punt ziet het DB geen aanleiding voor aanvullende acties.

In dit gebied is de maximale vaarsnelheid 9 km/uur. Het aanpassen van de vaarsnelheid naar 6 km/uur is een mogelijkheid, mits goed afgestemd met alle stakeholders. Ook is inderdaad van belang dat de maatregel handhaafbaar is. Het waterschap is de handhavende partij op deze wateren. Een lagere vaarsnelheid zorgt voor minder opwerveling en minder golfslag door vaarbewegingen, waardoor oevers beter beschermd worden. Deze maatregel draagt dus bij aan verbetering van de waterkwaliteit en biodiversiteit. Het verlagen van de vaarsnelheid is onder andere ook toegepast als maatregel in het Restauratieplan Vecht. De maatregel past binnen de kaders van het biodiversiteitsherstelplan (biodiversiteit als intrinsiek onderdeel van onze kerntaken). Het DB gaat de mogelijkheid daarom onderzoeken. Daarbij wil het DB ook kijken hoe zich dit verhoudt met de andere belangen die daaraan verbonden zijn.

2. Welke aanvullende maatregelen is het DB bereid om te nemen, zoals het reguleren van de vaardruk en de vaarsnelheid, en oeverontwikkeling voor het herstel van de ecologische waterkwaliteit?

Antwoord
Het reguleren van vaardruk vraagt een bredere analyse dan alleen lokaal voor de Zuid-Hollandse vaarwegen. DB ziet geen directe aanleiding om het onderzoek voor vaardruk in dit kader uit te voeren.

De activiteiten op het water zijn geregeld in het nautisch beheer, om precies te zijn in het Vaarreglement AGV. Zoals in de beantwoording van vraag 1 is aangegeven, is aanpassing van de vaarsnelheid een optie die door DB wordt onderzocht. Daarbij wil het DB ook kijken hoe zich dit verhoudt met de andere belangen die daaraan verbonden zijn. Eventuele aanpassing wordt dan via het Vaarreglement geborgd.

Met betrekking tot oeverontwikkeling geldt de afspraak dat bij werken aan keringen, ook de oever wordt meegenomen met het doel de waterkwaliteit te verbeteren. De KRW is hierbij het wettelijk kader.

Interessant voor jou

Schriftelijke vragen inzake de invoering van het principe ‘Carnivoor? Geef het door!’

Lees verder

Schriftelijke vragen vissterfte bij maaien en schonen van wateren

Lees verder