Vragen over vergun­n­ningen voor lozingen door bedrijven


Indiendatum: apr. 2017

Vragen van de Partij voor de Dieren over “Verstrekte vergunningen tot (ongezuiverd) lozen van afvalwater en chemicaliën in en rondom het beheergebied van Waterschap Amstel, Gooi en Vecht”

Achtergrond
Vrijdag 4 april 2017 kwam het nieuws naar buiten dat drinkwaterbedrijven waarschuwen voor risico's van chemische lozingen , en dat de provincie Zuid-Holland de lozingen van het chemische bedrijf Chemours in de rivier de Merwede wil verminderen . In deze nieuwsberichten staan enkele ook voor Waterschap AGV relevante en potentieel risicovolle aspecten van deze lozingen. We lezen onder andere “De Vereniging van waterbedrijven in Nederland (Vewin) vindt dat er te weinig rekening wordt gehouden met de drinkwatervoorziening bij het verlenen van vergunningen aan chemische bedrijven. Volgens de drinkwatersector kan dat grote risico's opleveren voor drinkwater. [...] Dat heeft volgens de waterbedrijven ook tot gevolg dat waterbedrijven hun zuiveringen moeten aanpassen en tientallen miljoenen euro's extra moeten investeren.”

Naar aanleiding van deze berichtgeving heeft de fractie van de Partij voor de Dieren in het Waterschap Amstel, Gooi en Vecht de volgende vragen aan het Dagelijks Bestuur.

Vragen
1. Is het Dagelijks Bestuur op de hoogte van deze berichten (zie voetnoten 1 en 2)?

2. Spelen de risico’s die verwoord worden in deze nieuwsberichten ook in het beheergebied van AGV, en zo ja in welke mate?
Zo nee, hoe verklaart het DB dat dit soort lozingen geen risico vormen in het beheergebied van AGV?

3. Aan welke bedrijven zijn vergunningen afgegeven tot het doen van directe lozingen op het oppervlaktewater dan wel via de afvalwaterriolering van gezuiverd en ongezuiverd afvalwater en chemicaliën en andere verontreinigde stoffen door de 3 provincies in het beheergebied van AGV?

4. Wordt er door AGV structureel en pro-actief overlegd met de 3 provincies in het beheergebied van AGV om dit soort vergunningen te toetsen op risico’s, actualiteit, wenselijkheid et cetera?
Zo ja, kan het AB op de hoogte gebracht worden op welke wijze, frequentie en wat de afspraken en resultaten van deze overleggen zijn?
Zo nee, is het DB het met de fractie van de Partij voor de Dieren eens dat dit een ongewenste situatie is die zo spoedig mogelijk aangepast moet worden, en indien het DB dit niet eens is met onze fractie waarom niet?

5. Wordt er actief gemonitord of er chemische stoffen aanwezig zijn in de drinkwatervoorziening locaties Loenderveense plas (AGV gebied) en de Amsterdamse Waterleidingduinen (buiten AGV gebied), waaronder het genoemde GenX? Gebeurt dat voor of nadat er drinkwater van gemaakt is, of op beide momenten?
Zo nee, waarom niet?
Zo ja, wat zijn de bevindingen en geconstateerde risico’s op basis van deze monitoring?

6. Wordt er actief gemonitord of er chemische stoffen aanwezig zijn in de rioolwaterzuiveringsinstallaties (RWZI) waaronder het genoemde GenX? Gebeurt dat voor of nadat het afvalwater gezuiverd is, of op beide momenten?
Zo nee, waarom niet?
Zo ja, wat zijn de bevindingen en geconstateerde risico’s op basis van deze monitoring?

7. Zijn er speciale of extra investeringen gedaan om het aanbod van chemisch of anderszins extra vervuild water door bedrijven te zuiveren in RWZI’s?
Zo nee, is daar gezien de nieuwsberichten en/of eventuele resultaten van monitoring aanleiding toe?
Zo ja, om welke investeringen gaat het, welke bedragen en welke projecten/werkzaamheden/activiteiten zijn hiermee gemoeid, en over welke periode?

8. Zijn er speciale of extra investeringen gedaan om het aanbod van chemisch of anderszins extra vervuild water door bedrijven te zuiveren voordat dit water aangeboden wordt aan de drinkwatervoorziening locaties?
Zo nee, is daar gezien de nieuwsberichten en/of eventuele resultaten van monitoring aanleiding toe?
Zo ja, om welke investeringen gaat het, welke bedragen en welke projecten/werkzaamheden/activiteiten zijn hiermee gemoeid, en over welke periode?

9. Over de periode 2012 – 2016 was de percentuele bijdrage van bedrijven aan de Zuiveringsheffing jaarlijks rond de 27% (gemiddeld € 21,5 miljoen, de resterende 73% kwam ten laste van inwonenden. In deze periode was de gemiddelde Verontreinigingsheffing voor ‘Lozingen vanuit bedrijfsruimte’ € 900.000,-- .
Is de heffing die hiermee aan bedrijven wordt opgelegd voor aanbieden van afvalwater en in het bijzonder directe lozingen op het oppervlaktewater voldoende om de kosten te dekken die gemoeid zijn met het zuiveren van deze bedrijfsspecifieke verontreinigingen?
Zo nee, wat zou een dekkende bijdrage zijn?
Zo ja, op welke wijze wordt dit bepaald?
In de beantwoording graag uitleggen op welke wijze bepaald wordt welke kosten gemoeid zijn met het zuiveren van afvalwater door inwonenden en door bedrijven, óf er onderscheid gemaakt wordt en kan worden, en of dit voldoet aan het principe ‘de vervuiler betaald’.


Namens de fractie van de Partij voor de Dieren,

Het lid van het Algemeen Bestuur, Jeroen Brink

[1] Zie http://nos.nl/artikel/2168257-drinkwaterbedrijven-waarschuwen-voor-risico-s-van-chemische-lozingen.html
[2] Zie http://nos.nl/artikel/2168177-zuid-holland-wil-lozingen-chemours-in-merwede-verminderen.html
[3] Zie voor deze percentages en bedragen het rapport “Doorwerkingsonderzoek ‘Belastingen’” van de rekenkamercommissie van AGV

Op 17 april 2017 heeft de fractie van de Partij voor de Dieren schriftelijke vragen gesteld over verstrekte vergunningen tot (ongezuiverd) lozen van afvalwater en chemicaliën in en rondom het beheergebied van het Waterschap Amstel, Gooi en Vecht.

Onderstaand treft u de beantwoording van deze vragen.

Vraag 1
Is het Dagelijks Bestuur (DB) op de hoogte van deze berichten (zie voetnoten)?

Antwoord op vraag 1
Ja, het DB is hiervan op de hoogte.

Vraag 2
Spelen de risico’s die verwoord worden in deze nieuwsberichten ook in het beheergebied van Waterschap Amstel, Gooi en Vecht (AGV), en zo ja in welke mate? Zo nee, hoe verklaart het DB dat dit soort lozingen geen risico vormen in het beheergebied van AGV?

Antwoord op vraag 2
Nee, deze risico’s spelen niet in het beheergebied van AGV. Er vinden geen lozingen van industriële bedrijven plaats op oppervlaktewater dat wordt gebruikt voor het bereiden van drinkwater.

Vraag 3
Aan welke bedrijven zijn vergunningen afgegeven tot het doen van directe lozingen op het oppervlaktewater dan wel via de afvalwaterriolering van gezuiverd en ongezuiverd afvalwater en chemicaliën en andere verontreinigde stoffen door de drie provincies in het beheergebied van AGV?

Antwoord op vraag 3
AGV geeft geen vergunningen af voor het ongezuiverd lozen van afvalwater.
In bijlage 1 treft u de lijst van bedrijven, waarvoor vergunningen zijn verleend voor het lozen van gezuiverd afvalwater in het beheergebied van AGV.

Vraag 4
Wordt door AGV structureel en proactief overlegd met de drie provincies in het beheergebied van AGV om dit soort vergunningen te toetsen op risico’s, actualiteit, wenselijkheid et cetera? Zo ja, kan het algemeen bestuur (AB) op de hoogte gebracht worden op welke wijze, frequentie en wat de afspraken en resultaten van deze overleggen zijn? Zo nee, is het DB het met de fractie van de Partij voor de Dieren eens dat dit een ongewenste situatie is die zo spoedig mogelijk aangepast moet worden, en indien het DB dit niet eens is met onze fractie waarom niet?

Antwoord op vraag 4
Er wordt structureel met provincies, gemeenten, omgevingsdiensten, OM en politie overleg gevoerd. Tijdens deze overleggen worden afspraken gemaakt over onder andere samenwerking, zoals bijvoorbeeld de jaarlijkse handhavingsestafette. Ook actuele zaken worden tijdens deze overleggen besproken en op basis van risico’s geprioriteerd. Op bestuurlijk niveau overleggen we twee maal per jaar met de Provincie Utrecht in het Provinciaal Milieuoverleg. Hieraan nemen ook de gemeenten deel. Op ambtelijk niveau overleggen we vier keer per jaar met de provincie Utrecht en ook vier keer per jaar, binnen de provincie Noord-Holland, met de Omgevingsdienst Noordzeekanaal gebied. Het AB zal van relevante onderwerpen uit deze overleggen op de hoogte gebracht worden.

Vraag 5
Wordt er actief gemonitord of er chemische stoffen aanwezig zijn in de drinkwatervoorziening locaties Loenderveense plas (AGV gebied) en de Amsterdamse Waterleidingduinen (buiten AGV gebied), waaronder het genoemde GenX? Gebeurt dat voor of nadat er drinkwater van gemaakt is, of op beide momenten? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat zijn de bevindingen en geconstateerde risico’s op basis van deze monitoring?

Antwoord op vraag 5
Door Waternet wordt op alle locaties intensief gemonitord in het kader van de doelen van de Kaderrichtlijn Water (KRW). Waternet monitort in opdracht van de gemeente Amsterdam op bovengenoemde locaties conform wettelijke verplichtingen (KRW en Drinkwaterwet) waarbij wordt bepaald in welke concentratie stoffen in de bron voorkomen en hoe de zuivering met deze stoffen omgaat. Ook wordt door Rijkswaterstaat (RWS) gemonitord als het gaat om rijkswateren zoals het Amsterdam-Rijnkanaal en Lekkanaal. Daar deze rijkswateren zijn verbonden met de Rijn, wordt ook stroomopwaarts door RWS gemonitord zowel in Nederland als in Duitsland. In Duitsland vindt de monitoring door de Duitse equivalent van RWS plaats. Treft RWS stroomopwaarts aan de Rijn ongewenste stoffen aan, dan meldt RWS dit aan de omliggende gerelateerde drinkwaterbedrijven. Zij kunnen dan tijdig maatregelen treffen. Denk hierbij aan (tijdelijke) innamestops. Waternet moet, net als alle drinkwaterbedrijven in Nederland, rekening houden met de kwaliteit van het onttrokken water voor het algemeen belang van de drinkwaterproductie. Hierbij moet Waternet voldoen aan de geldende wet- en regelgeving op dit vlak, zoals de Drinkwaterregeling en het drinkwaterbesluit.

GenX
GenX is een zogenaamde nieuwe stof. Hierop wordt nu gemonitord via biomonitoring. Bij biomonitoring wordt gekeken naar de effecten in gedrag van biota (dit zijn alle levende organismen in een regio of ecosysteem) in het water en wordt gebruik gemaakt van zogenaamde bio-assays (dit zijn testen waarmee het effect van stoffen op levend materiaal wordt gemeten). Als er microverontreinigingen in het onttrokken water aanwezig zijn, kan de beheerder Waternet (in opdracht van de gemeente Amsterdam) namens de NV Watertransportmaatschappij Rijn-Kennemerland), aan het gedrag van bijvoorbeeld algen of watervlooien zien dat er een verontreiniging is. Aan de hand hiervan vindt nader laboratoriumonderzoek (stofspecifiek onderzoek (kwaliteit/kwantiteit)) plaats. Overigens zijn er in het beheergebied van AGV geen bedrijven bekend die met GenX werken.

Vraag 6
Wordt er actief gemonitord of er chemische stoffen aanwezig zijn in de rioolwaterzuiveringsinstallaties (RWZI) waaronder het genoemde GenX? Gebeurt dat voor of nadat het afvalwater gezuiverd is, of op beide momenten? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat zijn de bevindingen en geconstateerde risico’s op basis van deze monitoring?

Antwoord op vraag 6
Ja, er wordt gemonitord. Zie hiervoor ook het antwoord op vraag 5. Monitoring van RWZI’s gebeurt door Waternet in opdracht van AGV. Met effectmetingen wordt de invloed van de RWZI-effluenten op de ecologie van het watersysteem bepaald. Dit vindt plaats door een aantal biologische testen. Met deze testen worden mogelijk nadelige effecten op organische stoffen onderzocht. Als een verhoogd milieurisico wordt aangetoond, vindt met chemische analyses nader onderzoek plaats om de stoffen te identificeren die het milieurisico veroorzaken. Op grond van de testen (hormoonverstoring en antibiotica-activiteit) zijn er risico’s van microverontreinigingen vanuit de rwzi’s Hilversum en Blaricum voor vissen en micro-organismen. Nader onderzoek is gestart om deze risico’s nauwkeuriger in beeld te krijgen. Bij de overige AGV-rwzi’s die zijn onderzocht (Uithoorn, Amstelveen, De Ronde Venen en Horstermeer) werd geen verhoogd milieurisico aangetoond. Effectmetingen vinden plaats na zuivering van het afvalwater.

Vraag 7
Zijn er speciale of extra investeringen gedaan om het aanbod van chemisch of anderszins extra vervuild water door bedrijven te zuiveren in RWZI’s? Zo nee, is daar gezien de nieuwsberichten en/of eventuele resultaten van monitoring aanleiding toe? Zo ja, om welke investeringen gaat het, welke bedragen en welke projecten/werkzaamheden/activiteiten zijn hiermee gemoeid, en over welke periode?
Zo nee, is daar gezien de nieuwsberichten en/of eventuele resultaten van monitoring aanleiding toe?

Antwoord op vraag 7
Het realiseren van het 1-STEP filter op RWZI Horstermeer is primair gedaan om de zuivering aan de nieuwe lozingseisen voor stikstof en fosfaat te laten voldoen. Echter, door het gekozen concept kan ook onderzoek gedaan worden naar de mate van verwijdering van microverontreinigingen. Met deze resultaten wordt verder onderzocht hoe allerlei microverontreinigingen het meest effectief verwijderd kunnen worden. Ook lopen er landelijke onderzoeken in samenwerking met de Stichting Toegepast Onderzoek Waterbeheer (STOWA verband) naar mogelijke technieken om microverontreinigingen te verwijderen. Waternet neemt hier actief aan deel. Daarna komen mogelijke oplossingen met bijbehorende investeringen in beeld.

Op 20 april is een beeldvormende sessie over microverontreinigingen geweest in het AB. In de loop van 2017 en 2018 wordt een strategie microverontreinigingen ontwikkeld en aan het AB voorgelegd. In de strategie wordt opgenomen welke oplossingen op welke plek worden ingezet en wat dit inhoudt aan eventuele investeringen.

Vraag 8
Zijn er speciale of extra investeringen gedaan om het aanbod van chemisch of anderszins extra vervuild water door bedrijven te zuiveren voordat dit water aangeboden wordt aan de drinkwatervoorziening locaties? Zo nee, is daar gezien de nieuwsberichten en/of eventuele resultaten van monitoring aanleiding toe? Zo ja, om welke investeringen gaat het, welke bedragen en welke projecten / werkzaamheden / activiteiten zijn hiermee gemoeid, en over welke periode?

Antwoord op vraag 8
Nee, er was en is geen aanleiding om extra investeringen te doen.

Vraag 9
Over de periode 2012 – 2016 was de percentuele bijdrage van bedrijven aan de Zuiveringsheffing jaarlijks rond de 27% (gemiddeld € 21,5 miljoen, de resterende 73% kwam ten laste van inwonenden. In deze periode was de gemiddelde Verontreinigingsheffing voor ‘Lozingen vanuit bedrijfsruimte’ € 900.000,--. Is de heffing die hiermee aan bedrijven wordt opgelegd voor aanbieden van afvalwater en in het bijzonder directe lozingen op het oppervlaktewater voldoende om de kosten te dekken die gemoeid zijn met het zuiveren van deze bedrijfsspecifieke verontreinigingen? Zo nee, wat zou een dekkende bijdrage zijn? Zo ja, op welke wijze wordt dit bepaald? In de beantwoording graag uitleggen op welke wijze bepaald wordt welke kosten gemoeid zijn met het zuiveren van afvalwater door inwonenden en door bedrijven, óf er onderscheid gemaakt wordt en kan worden, en of dit voldoet aan het principe ‘de vervuiler betaald’.

Antwoord op vraag 9
De kosten voor zuivering voor bedrijven en particulieren zijn niet apart zichtbaar te maken, omdat hierin geen onderscheid wordt gemaakt. Dat kan ook niet omdat het grotendeels om dezelfde vervuiling gaat, zodat niet valt te bepalen welk deel van bedrijven komt. Datzelfde geldt voor de verontreinigingsheffing. Bij directe lozingen – de verontreinigingsheffing – gaat het niet alleen om bedrijven, maar in beperkte mate ook om particulieren. De totale kosten van de zuivering worden geheel gedekt door de zuiveringsheffing en verontreinigingsheffing. Wettelijk kan er ook geen onderscheid gemaakt worden. Het systeem werkt als volgt: particulieren betalen een forfaitair bedrag (van één of drie vervuilingseenheden (ve). Bedrijven betalen in principe een bedrag dat gebaseerd is op meting en bemonstering. Voor kleine bedrijven (<5 ve) wordt ook een forfait gehanteerd en de middelgrote bedrijven (tussen 5 en 1000 ve) kunnen
gebruik maken van een tabel die voor die bedrijfstak een verband legt tussen watergebruik en vervuilingsgraad.

Voor de begroting van het AGV wordt het aantal ve (het draagvlak voor de heffing) ingeschat op basis van realisatiecijfers, statistische gegevens en bekende ontwikkelingen (zoals het afhaken van bedrijven). De totale verwachte kosten voor de zuivering worden dan gedeeld door het aantal verwachte ve en dat levert – in hele grove lijnen – het tarief op. Dit tarief is wettelijk gelijk aan dat van de
verontreinigingsheffing. Het aantal verwachte ve voor de verontreinigingsheffing wordt vermenigvuldigd met dit tarief zodat de verwachte opbrengsten van de verontreinigingsheffing bekend zijn. Echter: dit bedrag is bedoeld voor het watersysteem. De rest van de kosten van het watersysteem worden vervolgens opgebracht door de watersysteemheffing.

Een vervuilingseenheid is de eenheid waarin de vervuiling wordt uitgebracht (theoretisch de hoeveelheid vervuiling die één persoon per jaar gemiddeld veroorzaakt). Ook het tarief is een tarief per vervuilingseenheid.


Bedrijven met vergunning voor lozen gezuiverd water op oppervlaktewater binnen beheergebied van AGV

Bedrijf Adres
Rütgers Resins (vm. Cindu) Molenlaan 30, Uithoorn
Johnson SC, Europlant BV Groot Mijdrechtstraat 80, Mijdrecht
OXEA Hornweg 10, Amsterdam
Givaudan Huizerstraatweg 28, Naarden
Abbott C J van Houtenlaan 36, Weesp

Interessant voor jou

Mondelinge vragen rondom windturbines RWZI West

Lees verder

Vragen over de gang van zaken rondom muskusrattenbeheer

Lees verder