Schriftelijke vragen over subsidie Bodem En Water
Indiendatum: 11 dec. 2024
Aanleiding
Op 6 juli 2023 heeft het AB de subsidieregeling ‘Bodem en water’ geactualiseerd. Deze subsidie is bedoeld als stimulans voor agrarisch waterbeheer. Om te kijken welke maatregelen subsidiabel zijn, leunt het waterschap op het Bestuurlijke Overleg Open Teelt en veehouderij (BOOT). Het BOOT heeft een lijst opgesteld met maatregelen die zij positief achten voor bodem en/of water. De BOOT-lijst is in 2017 en in 2022 bijgewerkt.
Het DB geeft uitvoering aan de subsidieregeling. Op 26 november 2024 heeft het DB de regeling opnieuw opengesteld voor de jaren 2025 en 2026. Er zijn toen ook inhoudelijke wijzigingen aangebracht.
De subsidieregeling kan bijdragen aan een gezonde bodem en water, mits de maatregelen aantoonbaar effectief zijn. De Partij voor de Dieren is bang dat dit niet het geval is. Daarom stellen wij deze schriftelijke vragen.
Vragen
- In 2022 heeft de Rekenkamercommissie geconcludeerd: “De regelingen worden geëvalueerd op mate van benutting, niet op bereikte effecten. Er is geen vastgestelde systematiek waaraan een evaluatie moet voldoen, daarom kan niet bepaald worden of een subsidieregeling een succes is.” Inderdaad blijkt uit de evaluaties van het waterschap hoeveel subsidie boeren ontvangen en hoe tevreden zij ermee zijn, maar niet of de subsidies effect hebben. De enige effectbeoordeling is afkomstig van het BOOT. Het is onduidelijk waar dat oordeel op gebaseerd is, aangezien het BOOT niet door onderzoeksinstellingen wordt bevolkt, maar door subsidieontvangers en -verstrekkers (LTO en overheden). De Universiteit van Wageningen is dan ook kritisch: “slechts enkele maatregelen zijn onderbouwd met empirisch onderzoek”. Dit hebben wij het DB voorgelegd en daarop kwam deze reactie: “Een aantal maatregelen zijn alleen echt effectief wanneer deze op een goede manier worden ingebed in de dagelijkse bedrijfsvoering. Dat is ook de reden waarom in NH een coachbezoek verplicht is bij het aanvragen van subsidie. In UT en ZH wordt een makelaar geadviseerd en is beschikbaar maar niet verplicht.”
Zijn de maatregelen aantoonbaar effectief wanneer deze met een coachbezoek worden gecombineerd? Zo ja, kan het DB ons het onderzoek toesturen waaruit dat blijkt? Zo nee, is het DB bereid om, eventueel in samenwerking met andere waterschappen, een effectstudie uit te voeren?
- Het AB heeft bepaald dat alleen maatregelen van de BOOT-lijst subsidiabel zijn. Het DB heeft echter besloten om allerlei maatregelen te subsidiëren die niet op de BOOT-lijst voorkomen:
- Herinrichting erf voor het bovenwettelijk tegengaan erfafspoeling gewasbeschermingsmiddelen (sinds 2022 niet op BOOT-lijst);
- Veegmachine met opvangbak (sinds 2022 niet op BOOT-lijst)
- Aanleg vul- en of wasplaats machines en werktuigen met aansluiting op de gierkelder (nooit op BOOT-lijst)
- Aansluiting standplaats voor kalveriglo's met aansluiting op de gierkelder (nooit op BOOT-lijst);
- Permanente afdekking van bestaande mest-, compostopslag om schoon- en vuilwaterstromen te scheiden en/of op te vangen (nooit op BOOT-lijst);
- (Semi) permanente afdekking van voeropslag inclusief snijvlak (nooit op BOOT-lijst);
Hoe zijn deze maatregelen op de lijst terecht gekomen? Wanneer gaat het DB deze weer uit de subsidieregeling schrappen?
- Naast bovenstaande maatregelen heeft het DB besloten om twee nieuwe maatregelen te subsidiëren. Dit zijn ‘aanleg verharde en onderheide veedrinkplaats in veenweidepercelen’ en ‘bij het gebruik van de veedrinkbak en veedrinkplaats de afrastering en batterij om de oever te beschermen’. Ook deze maatregelen staan niet op de BOOT-lijst. Het DB is daarvan bewust, want zegt “Deze maatregel komt niet overeen met de letter van de BOOT-lijst, maar voldoet wel aan de geest.” Dat is een dubieuze redenering. De twee toegevoegde maatregelen leiden namelijk tot een uitgebreidere subsidiëring van de bedrijfsvoering dan bedoeld. Bovendien heeft het AB in de subsidieregeling uitdrukkelijk bepaald dat het DB alleen maatregelen mag subsidiëren die op de BOOT-lijst staan. Dit hebben wij via technische vragen geverifieerd: “De gesubsidieerde maatregelen moeten voor beide regelingen op de BOOT-lijst voorkomen”.
Op grond waarvan denkt het DB van het AB-besluit te mogen afwijken?
- Het uitvoeringsmandaat aan het DB is vrij breed. Het DB bepaalt zelf het totale budget en het maximumbedrag per deelnemer. De komende tijd bedraagt het subsidieplafond €200.000 per jaar met een deelnemersmaximum van €10.000 in Utrecht/Zuid-Holland en €50.000 in Noord-Holland. Aangezien dit grote bedragen zijn, lijkt het ons verstandig om dit niet te mandateren, maar er beleidskaders over op te stellen. Dat doen we ook bij onze andere subsidieregeling ‘Geef groen en water de ruimte’.
Hoe kijkt het DB hiernaar? Kan het DB bij actualisatie van de subsidieregeling een voorstel doen voor het subsidieplafond, om door het AB te laten vaststellen?
Bronvermelding:
Verloop, K., van Agtmaal, M., Busink, W., van Eekeren, N., Groenendijk, P., Jansen, S., Noij, G-J., & Zanen, M. (2018). Achtergronden bij informatie in de BOOT-lijst factsheets. (Rapport WPR; No. 842). WUR: Wageningen Plant Research. https://doi.org/10.18174/464011.
Interessant voor jou
Schriftelijke vragen over pacht
Lees verder