Schrif­­te­­lijke vragen over Europese land­bouw­sub­sidies


Vervolg op vragen oktober 2023

Indiendatum: 16 feb. 2024

In oktober 2023 heeft de Partij voor de Dieren-fractie schriftelijke vragen gesteld over het Europese Gemeenschappelijke Landbouwbeleid (GLb).[i] Sommige waterschappen staan toe dat hun sloten door agrariërs als eigen grond worden bijgeteld, waardoor agrariërs extra GLb-subsidies kunnen ontvangen. Daar kleeft een groot risico aan. Als een waterschap namelijk geen voorwaarden aan de bijtelling stelt, dan kunnen agrariërs op papier aan de GLb-eisen voldoen, terwijl zij feitelijk niets aanpassen. Op die manier werkt het waterschap verbetering van de waterkwaliteit en biodiversiteit tegen.

Wij hebben het DB op dit risico gewezen. Helaas lijkt het DB de ernst ervan niet in te zien. Het DB draagt geen beleid uit omtrent de opgave van waterschapssloten, stelt geen voorwaarden aan die opgave, wil geen gronden registreren bij de RVO en voert geen toetsing uit om te kijken of deze steun onrechtmatig is.[ii]

Andere waterschappen nemen dit risico wel serieus. Waterschap Hunze en Aa’s staat de bijtelling niet toe.[iii] Aa en Maas ook niet, tenzij er redenen zijn om de waterloop aan de agrariër te verkopen en dan alleen met schriftelijke toestemming.[iv] Limburg staat bijtelling wel toe, maar alleen met schriftelijke toestemming en extra beheervoorwaarden voor de biodiversiteit, zoals een verbod op bemesting en bestrijdingsmiddelen.[v] Scheldestromen staat bijtelling ook toe, maar alleen voor de eco-regeling en niet voor de basispremie.[vi] Hetzelfde geldt voor Hollandse Delta, waar bovendien schriftelijk toestemming wordt vereist.[vii]

De Partij voor de Dieren vindt het belangrijk dat ons waterschap het GLb inzet voor verbetering van de waterkwaliteit en biodiversiteit. Bijtelling kan daaraan bijdragen, mits die schriftelijk wordt overlegd, niet voor de basispremie geldt, en deelname aan de eco-regeling of een striktere vorm van ecologisch beheer wordt vereist. Ook de LTO lijkt zich in dat standpunt te kunnen vinden.[viii]

Daarom hebben wij een aantal vervolgvragen:

  1. In de vorige ronde stelde het DB dat het toestaan van bijtelling van waterschapssloten, zonder daaraan enige voorwaarden te stellen, binnen het vastgestelde beleid valt. Wij zetten daar grote vraagtekens bij. Onder de effectsturing is ons beleid gericht op de resultaten ‘een goede ecologische en chemische waterkwaliteit volgens de KRW-doelen’ en ‘inrichting, kwaliteit en onderhoud zijn afgestemd op een zo groot mogelijke biodiversiteit’. Ook onze eigen subsidies worden alleen uitgekeerd als de ontvanger feitelijke maatregelen treft ter verbetering van de waterkwaliteit of biodiversiteit. Op welk beleid doelt het DB precies als het zegt dat gronden onvoorwaardelijk ter beschikking mogen worden gesteld?
  2. In de vorige vragenronde hebben wij voorgesteld om bijtelling alleen toe te staan indien agrariërs maximaal aan de eco-regeling deelnemen. Daarop reageerde het DB: “We willen en moeten [het realiseren van de KRW-doelen] doen samen met partners in het gebied door dingen makkelijker te maken en niet moeilijker.” Die reactie verbaast ons. Als aan de bijtelling geen voorwaarden worden gesteld, bestaat immers het risico dat er misbruik van het GLb wordt gemaakt, doordat agrariërs subsidies ontvangen zonder zich extra in te zetten voor waterkwaliteit en biodiversiteit. Kan het DB uitleggen hoe géén voorwaarden stellen tot betere resultaten zou leiden dan wél voorwaarden stellen?
  3. In de inleiding bij deze vragen hebben wij zelf een voorstel gedaan en uitgelegd wat andere waterschappen doen.
    1. Sommige waterschappen staan de bijtelling niet toe. Ziet het DB dit als een mogelijkheid voor AGV? Zo nee, waarom niet? Zo ja, is het DB bereid deze mogelijkheid te benutten?
    2. Sommige waterschappen staan de bijtelling alleen toe als schriftelijke toestemming wordt overlegd. Ziet het DB dit als een mogelijkheid voor AGV? Zo nee, waarom niet? Zo ja, is het DB bereid deze mogelijkheid te benutten?
    3. Sommige waterschappen staan de bijtelling niet toe voor de basispremie, maar wel voor de eco-regeling. Ziet het DB dit als een mogelijkheid voor AGV? Zo nee, waarom niet? Zo ja, is het DB bereid deze mogelijkheid te benutten?
    4. Sommige waterschappen staan de bijtelling alleen toe met extra beheervoorwaarden voor de biodiversiteit, zoals een verbod op bemesting en bestrijdingsmiddelen. Ziet het DB dit als een mogelijkheid voor AGV? Zo nee, waarom niet? Zo ja, is het DB bereid deze mogelijkheid te benutten?
    5. Voorstel van de Partij voor de Dieren: bijtelling mag alleen mits die schriftelijk wordt overlegd, niet voor de basispremie geldt, en deelname aan de eco-regeling of een striktere vorm van ecologisch beheer wordt vereist. Ziet het DB dit als een mogelijkheid voor AGV? Zo nee, waarom niet? Zo ja, is het DB bereid deze mogelijkheid te benutten?
  4. Ziet het DB nog andere manieren waarop bijtellingsvoorwaarden zouden kunnen worden ingezet voor de waterkwaliteit en biodiversiteit? Zo ja, welke zijn dat en is het DB bereid een of meer van deze mogelijkheden te benutten?


Bronnen:

[i] https://agv.waterschapsinformatie.nl/document/13285427/2

[ii] https://agv.waterschapsinformatie.nl/document/13431740/1

[iii] https://www.hunzeenaas.nl/hunze-en-aas-stelt-geen-watergangen-beschikbaar-voor-eco-regelingen

[iv] https://www.aaenmaas.nl/actueel/nieuws/2023/april/nieuwe-regels-landschapselementen-rvo

[v] https://www.waterschaplimburg.nl/actueel/2024/agrariers-mogen-grond-waterschap

[vi] https://scheldestromen.nl/actueel/nieuws/waterschap-verleent-medewerking-aan-eco-regelingen

[vii] https://wshd.bestuurlijkeinformatie.nl/Agenda/Index/4dd61fc5-e95f-40ac-ab0d-745f054ce32d

[viii] https://www.zlto.nl/actueel/waterschap-stelt-sloten-beschikbaar-voor-glb

Indiendatum: 16 feb. 2024
Antwoorddatum: 26 mrt. 2024

1. In de vorige ronde stelde het DB dat het toestaan van bijtelling van waterschapssloten, zonder daaraan enige voorwaarden te stellen, binnen het vastgestelde beleid valt. Wij zetten daar grote vraagtekens bij. Onder de effectsturing is ons beleid gericht op de resultaten ‘een goede ecologische en chemische waterkwaliteit volgens de KRW-doelen’ en ‘inrichting, kwaliteit en onderhoud zijn afgestemd op een zo groot mogelijke biodiversiteit’. Ook onze eigen subsidies worden alleen uitgekeerd als de ontvanger feitelijke maatregelen treft ter verbetering van de waterkwaliteit of biodiversiteit. Op welk beleid doelt het DB precies als het zegt dat gronden onvoorwaardelijk ter beschikking mogen worden gesteld?

Antwoord: Wij hebben de vragen in de vorige ronde beantwoord met de kennis van toen. Inmiddels is ons meer duidelijk geworden. Wij gingen er van uit dat het opgeven van landschapselementen in ons gebied nauwelijks speelde. Wij dachten hierbij enkel aan de 4% verplichting voor landschapselementen voor bouwland. Deze verplichting geldt niet voor agrariërs met hoge percentages graspercelen. Nagenoeg ons hele agrarisch beheerde gebied bestaat uit grasland.

Aanvullend op deze 4% regel voor bouwland blijkt echter dat sinds 2023 landschapselementen zoals sloten ook zijn op te geven voor de basispremie per hectare. Agrariërs moeten deze in het landelijke systeem van RVO zelf intekenen. Het is in dit systeem mogelijk om ook landschapselementen (zoals sloten) die niet jouw eigendom zijn op te geven. De RVO staat dit toe, als de eigenaar van het landschapselement (de sloot) hier toestemming voor heeft gegeven. Zowel uw vragen, als aandacht hiervoor vanuit de Unie van Waterschappen, heeft voor ons tot voortschrijdend inzicht in het probleem geleid, wat meer speelt dan initieel gedacht. Wij dachten geen vragen binnen te krijgen over de 4% regel. Dit klopt ook. Team Assetmanagement Watersysteem (cluster Grondzaken AGV) van afdeling Programmeren krijgt echter wel aanvragen van agrariërs die sloten willen opgeven voor de hectarevergoeding die in eigendom zijn van het waterschap. Het blijkt dat wij het opgeven van waterschapseigendommen voor opgave GLB niet toestaan als hier geen gebruikersovereenkomst over is afgesloten.

RVO controleert steekproefsgewijs. Wanneer het eigendom van AGV is opgegeven, wordt AGV door RVO gevraagd of het opgegeven waterschapseigendom inderdaad in gebruik is van de agrariër. Dit wordt dan gecheckt door cluster Grondzaken AGV. Hierbij wordt richting RVO aangegeven of er voor dat deel van ons eigendom een overeenkomst bestaat die het gebruik regelt (bv via pacht of een gebruiksovereenkomst). Als dit niet het geval is, is de aanvrager geen rechtmatig gebruiker en wordt dit zo doorgegeven aan de RVO.

Er zijn echter wel enkele problemen te benoemen. Allereerst controleert RVO niet alle aanvragen en krijgen wij dus ook niet altijd alle foute opgaven te zien. Het programma om GLB-hectares op te geven geeft geen foutmelding als landschapselementen worden aangeklikt die in eigendom zijn van een andere partij dan de aanvrager. Weliswaar heeft RVO de kadastrale gegevens van de waterschappen maar is het tot nu toe niet mogelijk dat hier automatisch eigendommen niet aangeklikt kunnen worden. Vanuit de Unie zijn we hierover in gesprek met RVO.

We hebben op dit moment geen uitzonderingen in het beleid geformuleerd waarin wij aangeven dat agrariërs wel gebruik mogen maken van waterschapseigendom bij het opgeven van hectares voor de basispremie als daar tegenover een tegenprestatie staat in de vorm van ecologisch beheer van de sloot of het aanleggen van een natuurvriendelijke oever. Wij willen de komende maanden kijken of dit voor ons beleid agrarisch waterbeheer een goede aanvulling kan zijn. Eerst uitgangspunt zijn die wateren waar al een pacht- of gebruiksovereenkomst van toepassing is. Hierbij gaan we goed kijken, met hulp van andere waterschappen die hier al ervaring mee hebben, of dit niet leidt tot ongewilde staatssteun.

Tot die tijd staan wij het bijtellen van waterschapseigendommen waar geen gebruiksovereenkomst voor is afgesloten sowieso niet toe. We zullen hierover duidelijk communiceren op onze website.

2. In de vorige vragenronde hebben wij voorgesteld om bijtelling alleen toe te staan indien agrariërs maximaal aan de eco-regeling deelnemen. Daarop reageerde het DB: “We willen en moeten [het realiseren van de KRW-doelen] doen samen met partners in het gebied door dingen makkelijker te maken en niet moeilijker.” Die reactie verbaast ons. Als aan de bijtelling geen voorwaarden worden gesteld, bestaat immers het risico dat er misbruik van het GLb wordt gemaakt, doordat agrariërs subsidies ontvangen zonder zich extra in te zetten voor waterkwaliteit en biodiversiteit. Kan het DB uitleggen hoe géén voorwaarden stellen tot betere resultaten zou leiden dan wél voorwaarden stellen?

Antwoord: Dit is inderdaad geen juiste redenering geweest. We denken dat het stellen van voorwaarden aan de bijtelling van waterschapssloten bij de GLB-aanvraag juist wel helpt om meer sloten ecologisch te beheren en daarmee tot betere resultaten voor de waterkwaliteit zal leiden. Wij kunnen ons voorstellen dat het in de praktijk ook andersom kan voorkomen. Dus dat een agrariër bijvoorbeeld overweegt een natuurvriendelijke oever deels op het eigen perceel aan te leggen en het waterschap dit kan stimuleren door het bijtellen van de aangrenzende sloot voor het GLB toe te staan in een individuele overeenkomst met die agrariër. Afspraken over ecologisch beheer worden dan ook opgenomen in deze overeenkomst.

3. In de inleiding bij deze vragen hebben wij zelf een voorstel gedaan en uitgelegd wat andere waterschappen doen.

  • Sommige waterschappen staan de bijtelling niet toe. Ziet het DB dit als een mogelijkheid voor AGV? Zo nee, waarom niet? Zo ja, is het DB bereid deze mogelijkheid te benutten?
  • Sommige waterschappen staan de bijtelling alleen toe als schriftelijke toestemming wordt overlegd. Ziet het DB dit als een mogelijkheid voor AGV? Zo nee, waarom niet? Zo ja, is het DB bereid deze mogelijkheid te benutten?
  • Sommige waterschappen staan de bijtelling niet toe voor de basispremie, maar wel voor de eco-regeling. Ziet het DB dit als een mogelijkheid voor AGV? Zo nee, waarom niet? Zo ja, is het DB bereid deze mogelijkheid te benutten?
  • Sommige waterschappen staan de bijtelling alleen toe met extra beheervoorwaarden voor de biodiversiteit, zoals een verbod op bemesting en bestrijdingsmiddelen. Ziet het DB dit als een mogelijkheid voor AGV? Zo nee, waarom niet? Zo ja, is het DB bereid deze mogelijkheid te benutten?
  • Voorstel van de Partij voor de Dieren: bijtelling mag alleen mits die schriftelijk wordt overlegd, niet voor de basispremie geldt, en deelname aan de eco-regeling of een striktere vorm van ecologisch beheer wordt vereist. Ziet het DB dit als een mogelijkheid voor AGV? Zo nee, waarom niet? Zo ja, is het DB bereid deze mogelijkheid te benutten?

Antwoord: Zie ook ons antwoord op vraag 1. Het is inmiddels via de Unie duidelijk gemaakt dat er aan het toestaan van bijtelling zonder voorwaarden problemen met staatssteun kleven. De mogelijkheid die onder E worden geschetst, is zeker een goede mogelijkheid. De koppeling van basispremie en eco-regeling aan de voorwaarden willen we graag nader onderzoeken. De eco-regeling omvat eco-activiteiten die veelal op het perceel zijn gericht. In de voorwaarden zouden we graag ecologische inrichting en beheer van sloot, oever en perceelrand opnemen. Dit overlapt slechts gedeeltelijk met de eco-regeling en veel beter met het agrarisch natuur en landschapsbeheer (ANLB). We zullen in de komende tijd bekijken hoe we dit vast kunnen leggen (in beleid en in gebruiksovereenkomsten). Hiervoor is het ook nodig meer duidelijkheid van RVO te krijgen over het programma dat agrariërs moeten gebruiken om landschapselementen op te geven. Dit programma zou duidelijker moeten aangeven of de landschapselementen in eigendom zijn van het waterschap en anders liefst aanklikken alleen mogelijk maken als er ook een overeenkomst is afgesloten. De inzet vanuit AGV is dat RVO minimaal met een pop-up moet aangeven dat de agrariër het eigendom van het waterschap opgeeft. Zo wordt duidelijk dat de agrariër zich bewust is van het feit dat hij/zij het eigendom van het waterschap opgeeft. Dat is nu niet het geval.

4. Ziet het DB nog andere manieren waarop bijtellingsvoorwaarden zouden kunnen worden ingezet voor de waterkwaliteit en biodiversiteit? Zo ja, welke zijn dat en is het DB bereid een of meer van deze mogelijkheden te benutten?

Antwoord: Er zijn diverse tegenprestaties denkbaar. Dit omvat alle vormen van inrichting en beheer zoals wij dat nastreven om de waterkwaliteit te verbeteren (ecologisch schonen, ecologisch baggeren, aanleg en/of beheer natuurvriendelijke oevers, ecologisch inrichten en beheren van de bufferstrook e.d.). Wij nemen al deze mogelijkheden mee in onze nadere afweging of wij bijtelling in bepaalde gevallen toch willen toestaan.